Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken dat de topinkomens in de zorg en bij woningcorporaties niet in 2015 maar pas in 2016 verder beperkt kunnen worden.
Dat heeft te maken met de specifieke regelingen die in deze sectoren gelden voor de topbestuurders. Het kabinet heeft deze mogelijkheid ook al aangegeven tijdens de behandeling van de wet norming topinkomens in het parlement.
Dat heeft minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken) vrijdag in een brief aan de Tweede Kamer gemeld. Hij geeft daarin uitleg over de aankondiging van de ministers Stef Blok (Wonen) en Edith Schippers (Volksgezondheid) dat zij de salarissen in hun sector niet onmiddellijk kunnen verlagen. Ze kwamen daarmee vlak nadat de Senaat eind vorig jaar de wet op het nippertje had aangenomen. Dat kwam de VVD-bewindslieden op veel kritiek te staan, vooral van coalitiepartij PvdA, die de topinkomens graag wil drukken.
De verlaging houdt in dat topbestuurders bij de (semi)overheid vanaf dit jaar niet meer dan 178.000 euro per jaar mogen verdienen. Dat is ongeveer 50.000 euro minder dan in 2014 nog als maximum gold. Voor degenen in de publieke sector die boven dit bedrag zitten, begint meteen een afbouwfase van enkele jaren. Daarom hechtte het kabinet er ook aan om de wet nog dit jaar te kunnen laten ingaan, aldus Plasterk.
Alleen voor de topbestuurders in de zorg en de woningcorporaties blijft in 2015 nog het oude maximale bedrag van 230.000 euro gelden. Eerst moeten er volgens Plasterk nieuwe afspraken worden gemaakt over de salarissystematiek in deze sectoren. Daarna gaat hier ook de afbouwfase in.
Plasterk wijst erop dat de rechter minister Blok eerder heeft teruggefloten omdat hij de vorige verlaging van de topinkomens wel direct invoerde. Die ging in 2014 in. De rechter verklaarde de regeling onverbindend, omdat de invoering niet zorgvuldig genoeg was.
Eerder vrijdag zei Blok ook al dat hij de wet nu zorgvuldig wil invoeren om te voorkomen dat hij opnieuw door de rechter wordt gedwarsboomd.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl